Doorgaan naar hoofdcontent

5

Bo heeft de vijfde ziekte. Ze ziet eruit alsof iemand haar hard in het gezicht heeft geslagen (slapped face disease), als je dichterbij komt zie je dat haar wangen zijn bezaaid met kleine rode vlekjes.

Hoewel de Vijfde van Beethoven het ook best aardig heeft gered, vind ik het toch een beetje sneu. Dat niemand er ooit een fatsoenlijke naam voor heeft verzonnen. Na de mazelen, de rode hond, roodvonk en (vermoedelijk; daar bestaat wat onenigheid over) de waterpokken, werden er nog twee kinderziekten ontdekt die gewoon maar de 'vijfde ziekte' en de 'zesde ziekte' zijn genoemd. Hoe weinig creatief.
De zesde ziekte hebben Bo en Merlijn allebei al gehad als baby. (Ja je kunt eerst de zesde krijgen en daarna de vijfde. Het zegt helaas niets over de volgorde. Want dat was dan nog wel handig geweest.)

Enfin. Hij heerst hier, op school. De vijfde ziekte. Weer eens wat anders dan hoofdluis. Wekenlang al worden we bestookt met informatiefoldertjes en aankondigingen op het schoolbord in de hal. Over hoe besmettelijk het is en hoe onschuldig en dat de kinderen er gewoon mee naar school mogen.
Maar omdat zulke aankondigingen altijd wat langs mij heen gaan, die dingen gaan over andere kinderen, niet over die van mij, dacht ik in eerste instantie, toen ik de uitslag op de wangen van Bo zag, aan de kilo aardbeien dat we de dag ervoor hadden opgegeten. ‘Je bent allergisch!’ riep ik uit. ‘Voor aardbeien!’ Want ik had wel eens gehoord dat dat kon.
Een paar uur later viel het kwartje alsnog en ben ik informatie gaan zoeken op internet. Waar ik gelukkig las dat als de vlekjes verschijnen, de besmettelijke fase reeds een week achter de rug is. Gelukkig, omdat ik anders maar weer spastisch was gaan lopen doen. Bang dat de baby besmet zou worden. Wat natuurlijk onzinnig zou zijn geweest – want ze moet het toch een keer krijgen en now is as good a time as ever, maar ja, zo ben ik.
Nee, dit is beter: het is nu gewoon een kwestie van afwachten. Wie van ons het nog meer krijgt. En wanneer.